Ondanks veel onderzoek is de moeder van de baby nog niet gevonden.
10 mensen reageerden na de uitzending, de rechercheurs zijn aan de slag met hun informatie. Heel mooi: iemand bood aan de kosten van het grafje in de toekomst te dragen. Mocht u trouwens degene zijn die dat grafje nu al zo liefdevol verzorgt, dan wil de politie graag nog met u praten. Neem contact op, er zal heel discreet mee worden omgegaan.
Op maandagochtend 30 oktober 2006 doen medewerkers aan de sorteerband bij een groot vuilverwerkingsbedrijf aan de Uraniumweg in Utrecht een lugubere ontdekking: tussen al het andere vuil ligt het dode lichaampje van een nog maar pas geboren baby. Het meisje wordt Renée van Utrecht genoemd en de politie wil nog altijd graag te weten komen hoe zij is overleden en in contact komen met haar moeder.
Het Nederlands Forensisch Instituut voert sectie uit op het babymeisje. Ze is blank of lichtgetint en 50 cm groot, wat past bij een voldragen zwangerschap van 38-40 weken. Een doodsoorzaak wordt niet vastgesteld. Wel is het waarschijnlijk dat het kindje een aantal uur tot hooguit 3 dagen tussen het vuilnis heeft gelegen voordat het werd gevonden.
Haar grafje op de Utrechtse begraafplaats Daelwijck ziet er nog altijd heel verzorgd uit. Iemand of misschien wel meerdere mensen bekommeren zich daar zeer om. Er is van alles bij haar grafje gezet en het wordt goed onderhouden. De politie wil heel graag weten wie dat doet. Al was het maar om te laten weten dat het graf(je) op de nominatie staat om over niet al te lange tijd te worden geruimd.
Misschien heeft de moeder er geestelijk al die jaren last van gehad en wil ze er nu wel over praten. De zwangerschap is waarschijnlijk zichtbaar geweest, dus misschien dat mensen toen al vermoedens hadden dat een bepaalde vrouw, of meisje, wel eens de moeder kon zijn van de gevonden baby en hebben ze dat op dat moment niet aan de politie gemeld. Hopelijk doen ze dat nu wel.
De moeder zal net als haar dochter blank of anders lichtgetint zijn. In 2006 is zij dus zwanger geweest. Ze zal uitgerekend zijn geweest in of rond oktober, maar haar omgeving heeft waarschijnlijk nooit een baby bij haar gezien.
Door isotopenonderzoek is duidelijk geworden dat de moeder tijdens haar zwangerschap in 2006 waarschijnlijk in Centraal-West Europa heeft gewoond, zoals Nederland en gebieden in west-centraal-zuid Duitsland en dan in het bijzonder gebieden rond de Rijn (van zuid Duitsland tot Nederland), het gebied rond Hannover en de rivier de Leine, het zuiden van Nederland en gebieden in het Oosten van Nederland en het Westen van Duitsland.
Uit het isotopenonderzoek is ook gebleken dat de moeder vermoedelijk in de laatste 3 à 4 maanden van haar zwangerschap is verhuisd, ergens grofweg vanaf juli 2006 dus. En het is ook een behoorlijke verplaatsing geweest van zeker 50 tot 100 km of misschien nog wel iets verder.
