Slachtoffer van een babbeltruc?
De oplichter en zijn babbeltruc. Hij of zij doet zich voor als meteropnemer, verkoper of moet bijvoorbeeld nodig naar het toilet. Het lijkt een aardig persoon; dus u laat hem of haar binnen. Het blijkt echter een oplichter te zijn die uit is op uw geld of spullen. Het gevolg: u bent niet alleen van uw eigendommen kwijt, maar ook een stukje vertrouwen.
U kunt daardoor last krijgen van stress. Hoe kunt u deze stress verminderen of iemand anders ermee helpen? Slachtofferhulp Nederland geeft advies, maar u kunt ook zelf bij hen terecht voor hulp.
Stressreacties na een babbeltruc
Veel mensen trappen in een babbeltruc. En dat is niet raar, want oplichters werken vaak heel gehaaid. Ze weten precies wat ze moeten zeggen om uw vertrouwen te winnen. Toch kan het zijn dat u zich schaamt of dat u zich niet meer veilig voelt, zeker als er geweld tegen u is gebruikt. En misschien maakt u zich zorgen over uw gestolen geld of spullen? Dit kan allemaal leiden tot o.a. slecht slapen, het gebrek aan vertrouwen in mensen om u heen en een herbeleving van de situatie. Dit zijn logische reacties en gelukkig nemen meestal de stressreacties snel af. Heeft u na zes weken nog steeds last van stress? Neem dan contact op met uw huisarts.
Zelf aan de slag om stress te verminderen
U kunt zelf ook werken aan het verminderen van uw stress. Praat met familie en vrienden over wat er is gebeurd, maar houd ook vast aan uw dagelijkse ritme.
Om hulp vragen
Niet iedereen vindt het makkelijk om hulp te vragen als dat nodig is. Uit schaamte of uit angst om een ander ermee te belasten. De ervaring leert dat veel mensen bereid zijn om te helpen. Aan wie kunt u hulp vragen? Waarmee wilt u geholpen worden? Lees de tips van Slachtofferhulp Nederland hoe u in kaart kunt brengen wie u kan helpen.
Iemand helpen
Is iemand in uw omgeving slachtoffer geworden van een babbeltruc of andere vorm van oplichting? Herkent u stressreacties bij die persoon? U kunt onder andere helpen door te vragen hoe iemand zich voelt of wat hij nodig heeft.
Bron: Slachtofferhulp Nederland