Op 30 september 1992 wordt de 69-jarige Emmy Hogema-Diepenbrock dood gevonden in haar huis aan de Jacob van Weesenbekestraat in Amsterdam Geuzenveld.
Ze blijkt door verstikking te zijn overleden. Heeft u informatie die misschien kan helpen bij het oplossen? Geef uw tip dan hier rechtstreeks door aan de rechercheurs van deze zaak.
Emmy Hogema-Diepenbrock woont samen met haar en vijf kinderen in de Jacob van Weesenbekestraat in Amsterdam-West. Hier groeien hun vijf kinderen op. In 1992 is mevrouw Diepenbrock al tien jaar weduwe. Ze is actief binnen de katholieke kerk, zit met vriendinnen bij een handwerkclubje en helpt mensen in haar omgeving met bijvoorbeeld boodschappen doen.
Op dinsdag 29 september 1992 is mevrouw Hogema-Diepenbrock thuis en heeft ze tv gekeken. De volgende dag, woensdag 30 september 1992, maakt haar vriendin zich zorgen als ze niet zoals gebruikelijk reageert op telefoontjes. Ze besluit langs te gaan. Tot haar grote schrik vindt ze het lichaam van haar vriendin in de woonkamer. Ze is vermoord.
De politie heeft in 1992 uitgebreid forensisch onderzoek gedaan en heeft geen sporen van inbraak gevonden. Waarschijnlijk heeft mevrouw Hogema-Diepenbrock zelf de voordeur open gedaan en is de moordenaar op die manier het huis binnengekomen. Daarna is mevrouw Hogema-Diepenbrock vastgebonden en uiteindelijk door verstikking om het leven gekomen.
Er is nog datzelfde jaar een toen 34-jarige verdachte aangehouden. Hij was via via een bekende van mevrouw Hogema-Diepenbrock. Hij is destijds ook voor de rechter gebracht, maar die heeft uiteindelijk geoordeeld dat er te weinig bewijs was om hem te vervolgen. De dader of daders lopen dus nog altijd vrij rond, en dat is iets wat het onderzoeksteam en zeker ook de nabestaanden niet loslaat. Daarom heeft het cold case team Amsterdam de zaak nu weer opgepakt.
Er is destijds in het huis een belangrijk DNA-spoor gevonden, waarvan de politie niet kan uitsluiten dat het van de dader is. Het DNA is door de Europese databanken gehaald, maar daar komt het op dit moment niet in voor. Daarom overweegt de politie om in de toekomst een DNA-verwantschapsonderzoek te houden.
Mevrouw Hogema-Diepenbrock had een geldkistje in huis met daarin 2700 gulden. Ze bewaarde dat geld omdat ze er een nieuw bankstel van wilde kopen. Er waren maar weinig mensen die wisten dat ze geld thuis had liggen. De politie gaat er vanuit dat de dader het heeft meegenomen. In het huis is ook het één en ander overhoop gehaald en het lijkt erop dat de dader of daders bewust hebben gezocht naar dat geld. Het was voor iemand die schijnbaar zo wanhopig was om voor dat geld een weerloze vrouw om het leven te brengen, ongetwijfeld een grote som geld. Misschien had diegene in 1992 schulden die hij moest aflossen of verkeerde hij om welke reden dan ook financieel in zwaar weer.
Een dag voordat mevrouw Hogema-Diepenbrock om het leven is gebracht heeft er nog iemand bij haar aangebeld. Die man heeft een boek bij haar bezorgd en zou zelfs bij haar naar het toilet zijn geweest. Het boek wat hij voor haar had meegenomen was het boek ‘De Verrader’ van Frederick Forsyth. Maar net als het geldkistje is ook dat boek na de moord verdwenen. De dader of daders hebben dat boek dus mogelijk weer meegenomen. Het is voor de politie erg belangrijk om te weten wie de man is geweest die dat boek heeft gebracht en of er mensen zijn die de link kunnen leggen tussen dat boek en de dader. Voor de gouden tip wordt door de hoofdofficier van justitie in Amsterdam een beloning van vijftienduizend euro uitgeloofd.
Meld Misdaad Anoniem (gratis): 0800 - 7000
Team Nationale Inlichtingen (lokaal tarief): 088 - 661 77 34
